Een dag die niet had misstaan in het midden van de zomer, de zeldzame combinatie van schitterend weer en het besef van een naderende herfst trok zo’n twintig motoren.
McDonalds, gastvrij als altijd, stelde zijn service tegen een kleine vergoeding ter beschikking, koffie, thee en wc. En met de geur van ontsmettingsmiddel rond onze handen trokken we even later onze handschoenen aan en gingen in groepjes van vijf op pad.
Om uit de periferie van Utrecht te komen reden we de eerste veertig kilometers met een beheerst gangetje op een rustige snelweg naar het noord westen. Bij Durgerdam namen we de afslag en waande je in een ander land. Chapeau voor Derek van Roon die de rit uitgezet heeft.
Bochtige dijkjes, piepkleine dorpjes, smalle straatjes en houten huisjes sierden de route. Het weiland bespikkeld met koeien en tussen de weg en het uitgestrekte grasland een altijd aanwezige sloot met het water bijna op asfaltniveau.
In de loop van de ochtend, in een van de minidorpjes deed een terrasje een succesvolle poging ons te lokken. Een plaatje uit een boek van Anton Pieck. Een pleintje met rieten stoeltjes, een warme ochtendzon, een kerktorentje met slagwerk, een aardige gastvrouw met zwaar Amsterdams accent, warme koffie en lekkere appeltaart opgeleukt met een toef slagroom. “Geluk is niet het hebben van veel bezit, maar het hebben van weinig behoeften”. (Epericus, 341 v.Chr).
Even later arriveerde een van onze andere groepjes en werd het plezier nog groter. Onze aardige gastvrouw attendeerde ons nog even subtiel op de RIVM richtlijnen en stelde vlot een tweede tafel ter beschikking. Na de vrolijke gesprekken en de koffie stopten we onze ontsmette handen wederom in onze handschoenen en uitgezwaaid door de gastvrouw en een groepje kinderen gingen we weer op pad.
De route bleef onveranderd mooi en een enkele keer werd een klein stukje van de route ook nog een keer ongepland vanaf de tegengestelde richting bekeken wat een goede driehonderdzestig graden indruk gaf van de oude karakteristieke boerderijen.
In de middag had een van der Valk restaurant voor de ingang een rode loper uitgelegd en alsof het zo moest zijn eindigde deze in een ideale parkeerplaats voor de motoren. De knappe receptioniste wees ons met liefde en een glimlach een plaats buiten op het terras aan. En schoof even later wakend over onze welzijn net zo vriendelijk een extra tafeltje aan waarmee de RIVM richtlijnen gerespecteerd werden. Genietend van de zon en een gevarieerde en goedvullende lunch zagen we hoe een stoet van slanke lage Lamborghini’s, Ferrari’s, Austin Martins, McLaren en een enkele fors geprijsde BMW het parkeerterrein op reed zoekend naar een parkeerplaats. Het nadeel van twee extra wielen.
’s Middags ging de tocht verder door het landschap wat zo uit een schilderij van Jan Steen kwam en voor elk wat wils was er in de middag zelfs, geheel ongepland, een stukje onverharde weg. De diverse hoge smalle boogbruggetjes maakten de blijdschap compleet. In een stadje viel onze blik op een rustig terrasje in de zon en even later stelde de jongedame die onze bestelling opnam bijzondere belangstelling voor onze trip. Plichtsgetrouw als ze was ging ze helaas niet in op onze uitnodiging om mee te rijden.
Aan het einde van de middag reden we in een gestaag tempo de veertig kilometer terug naar Utrecht en keken nog een keer om naar deze zeer geslaagde dag.
Rene van Alem